Een warmtepomp is in feite een omgekeerde koelkast. In een koelkast wordt warmte onttrokken aan de binnenkant van de koelkast, waardoor de temperatuur in de koelkast daalt. Het apparaat geeft de warmte af aan de lucht buiten het apparaat. Die warmte-afgifte is ook te voelen aan de achterkant als de koelkast aanstaat. Als aandrijving voor verwarming in huis doet een warmtepomp ongeveer hetzelfde, alleen onttrekt het systeem dan warmte aan de buitenlucht.
De verdamper bevat een zogeheten transportvloeistof die al bij lage temperatuur verdampt (R410A).
Buitenlucht wordt geleid langs die koelvloeistof in de warmtepomp. De warmte van de bron (lucht) is voldoende om de vloeistof in de verdamper te verwarmen en te laten verdampen. In gasvorm stijgt de transportvloeistof dan op.
De inverter compressor in de warmtepomp perst de damp vervolgens samen. Daardoor stijgt de druk en neemt de temperatuur toe. Voor deze compressie is energie nodig. Het gaat om een elektrische warmtepomp bij compressie met een elektrische compressor.
In de derde fase krijgt de damp weer de ruimte door de condensor in de warmtepomp. Daardoor neemt de druk af en gaat de damp weer over in vloeistof. Daarbij komt warmte vrij, die via de binnenunit (hydrio unit), aan het afgifte systeem wordt afgegeven. De temperatuur van de afgegeven warmte is aanzienlijk hoger dan de temperatuur van de opgenomen warmte. De transportvloeistof stroomt vervolgens weer naar de verdamper en het proces begint weer opnieuw.
Bekijk hier de reviews die onze klanten hebben geschreven.